Flexibel testament beste manier om erfbelasting te besparenU herinnert het zich misschien nog wel. Een aantal jaren geleden was het zogeheten “radartestament” erg in trek. Dit type testament was niet nieuw, maar werd zo genoemd omdat het erg populair werd nadat de erfbelasting in 2010 het televisieprogramma “Radar” aan de orde was geweest.
Het radartestament hield een tweetrapsmaking in. Het werd vooral gemaakt om te zorgen dat de langstlevende echtgenoot/partner geen erfbelasting hoeft te betalen. In het radartestament worden de kinderen bij het eerste overlijden van een ouder min of meer onterfd ten gunste van de langstlevende. Die hoeft dan geen erfbelasting te betalen als hij/zij minder erft dan de partnervrijstelling (in 2019 een bedrag van € 650.913). Uitgaande van een echtpaar of stel met kinderen, dan werkt het radartestament juridisch als volgt: u benoemt in uw testament uw echtgenoot/partner tot uw enige erfgenaam, onder de voorwaarde dat wat er bij diens overlijden resteert van uw nalatenschap, toevalt aan uw kinderen. De langstlevende is dus voorwaardelijk erfgenaam. Dat noemen we “de bezwaarde” en de kinderen zijn “de verwachters”. Anders dan bij de wettelijke verdeling blijft de langstlevende dus niet de erfdelen van de kinderen aan hun schuldig. Dat heeft als voordeel dat de langstlevende geen erfbelasting over de vorderingen van de kinderen hoeft te betalen. Echter, voor de erfbelasting is een tweetrapsconstructie niet per definitie voordeliger dan de wettelijke verdeling. Bovendien gelden bepaalde “spelregels”, die door de langstlevende als nadeel kunnen worden ervaren. Zo wordt de aan de tweetrapsmaking verbonden administratieplicht door de langstlevende vaak als onprettig ervaren. De langstlevende moet namelijk het geërfde vermogen apart van het eigen vermogen administreren en moet ook jaarlijks een opgave van het (resterende) geërfde vermogen aan de verwachters (kinderen) verstrekken. Dit wordt vaak ervaren als een plicht tot het afleggen van verantwoording. In de praktijk wordt de administratieplicht vaak niet nagekomen, waardoor er bij overlijden van de langstlevende onduidelijkheid ontstaat op welk deel van de nalatenschap de tweetrapsmaking nog van toepassing was. Als de langstlevende wordt opgenomen in een zorginstelling en deze een eigen bijdrage moet gaan betalen, kan een tweetrapstestament ook nadelig uitpakken. Het hele vermogen is immers van de langstlevende en er zijn geen schulden aan de kinderen, zoals bij de wettelijke verdeling. Hierdoor heeft de langstlevende veel vermogen en moet dus relatief veel eigen bijdrage betalen, meer dan bij de wettelijke verdeling. Het voorgaande wil niet zeggen dat aan tweetrapsmakingen alleen maar nadelen kleven. Dat hangt er vanaf welk doel ermee beoogd wordt, op welke manier een tweetrapsmaking in het testament wordt verwerkt en wat de voorwaarden zijn. Een tweetrapsmaking kan bijvoorbeeld ook gecombineerd worden met een wettelijke verdeling. |
|